Ik weet hoe de racerij werkt en weet wat nodig is om de juiste mensen op de juiste plaatsen te hebben.
JARNO JANSSEN
Teammanager
Geboren:
9 oktober 1975 in Deurne
Status:
Getrouwd, 3 kinderen
Favoriete racetrack:
Barcelona
Als coureur stond Jarno Janssen 45 keer aan de start van een Grand Prix. Na drie keer met een wildcard te zijn gestart in de TT van Assen, reed hij 2,5 jaar in de 250cc-klasse en kwam hij één keer uit in de 500cc (Le Mans 2001). Behalve in de GP’s was Jans- sen op internationaal niveau actief in het Europees kampioensc- hap en in het WK Supersport. In zijn laatste actieve racejaar (2005) was Jarno Janssen behalve coureur ook teammanager. Die functie oefende hij uit bij diverse teams in de Supersport-klasse en in de Grand Prix tot hij in 2013 teammanager werd bij RW Racing GP.
“Als oud-coureur begrijp ik wat rijders beweegt en bezighoudt.
Ik ken de frustratie van dicht tegen punten aan zitten, maar ze net niet kunnen pakken. Ik weet hoe het voelt als je geen vertrouwen hebt in de machine. Dat was voor mij de reden om halverwege het seizoen 2002 te stoppen: ik reed op een 250cc-machine met de voorvork van een Superbike. Ik reed voortdurend zó op de limiet en was al een paar keer zo hard gevallen, dat ik niet meer durfde te pushen. Halverwege het seizoen opstappen was een emotionele beslissing, waar ik later wel eens spijt van heb gehad. Als een coureur nu loopt te klagen dat ‘ie geen gevoel in de voorkant heeft, denk ik wel eens ‘joh, je weet niet wat je zegt’, maar ik begrijp het ook wel.
Rijders coachen is niet mijn belangrijkste taak. Wat dat betreft maakt het niet uit of ik zelf geracet heb. Wat wel belangrijk is, is dat ik weet hoe de racerij werkt en weet wat nodig is om de juiste mensen op de juiste plaatsen te hebben. Dát is mijn belangrijkste opdracht: zorgen voor de goede mensen, zorgen dat die mensen gemotiveerd hun taken uitvoeren en zorgen voor het budget om hen daarin te faciliteren.
Toen ik racete, hadden we vaak niet eens een teammanager. We regelden veel meer zelf. Maar we zitten tegenwoordig niet meer
in de positie dat we een paar grote partners hebben die voor een gevulde portemonnee zorgen. Dat betekent een hoop geregel en heel veel verantwoordelijkheden. Alles staat of valt immers met de resultaten.”