Bendsneyder en Raffin leren veel op eerste dag thuiswedstrijd NTS
Met het oog op de verwachte regen van zaterdag was er Bo Bendsneyder en Jesko Raffin op de eerste dag van de Grand Prix van Japan alles aan gelegen om zoveel mogelijk dingen uit te proberen en zoveel mogelijk informatie te verzamelen, om zondag in de thuiswedstrijd van NTS zo goed mogelijk voor de dag te komen.
De Grand Prix van Japan begon al aan het begin van de week voor Bendsneyder, Raffin en teammanager Jarno Janssen met een bezoek aan de fabriek van NTS in Fukushima. “Superleuk om de mensen te ontmoeten die achter de schermen heel hard aan het werk zijn voor ons”, vond Bendsneyder. Onder toeziend oog van onder andere de CEO van NTS, Masahiro Namatame, was het vandaag aan de rijders om op de TwinRing in Motegi het beste uit het materiaal te halen.
In kille omstandigheden was het belangrijk om zoveel mogelijk informatie te verzamelen met het oog op de race van zondag, aangezien er voor zaterdag regen wordt voorspeld. Bendsneyder en Raffin gebruikten de eerste vrije training om zoveel mogelijk te leren en zoveel mogelijk uit te proberen met verschillende afstellingen van de NTS. Dat resulteerde er aan het eind van de dag in dat Bendsneyder de 23ste tijd op zijn naam zette, met een snelste rondetijd van 1.51.721, en Raffin op de 27ste plaats uitkwam met 1.52.302.
Bo Bendsneyder: “De plaats is niet geweldig, maar het was geen slechte dag. De verschillen, vooral naar de veertiende, vijftiende plaats, zijn klein. In FP1 hebben we veel geprobeerd en veel rondes gemaakt om zoveel mogelijk informatie te krijgen. In FP2 was een snelle ronde lastig, omdat het koud was en er een stevig windje stond, maar het is toch gelukt om flink wat sneller te zijn. We konden goed zien hoe de temperatuur van de banden inzakte als ik even van het gas ging. De grip was dan ook een stuk minder. De pace is wel goed, denk ik. Ik weet op welke punten ik zelf kan en moet verbeteren morgen – als het droog is. Als het regent, zoals de verwachting is, begint iedereen weer op nul en moeten we kijken hoe we er dan bij staan.”
Jesko Raffin: “Het team heeft tussen Thailand en Japan veel gedaan om de machine te verbeteren, zeker aan de voorkant. Daar hebben we echt een grote stap gezet. Het grootste probleem vandaag was om temperatuur in de achterband te krijgen. Ik had niet genoeg gevoel van de achterkant en niet genoeg grip om echt te kunnen pushen. Dat is geen technisch ding of een fout van het team met de setup, maar ligt volledig aan mijzelf en aan toch wel een gebrek aan kennis en ervaring met deze motor. We hebben daar wel een mogelijke oplossing voor gevonden, maar die konden we vandaag nog niet uitproberen. We moeten ook nog wat doen aan de motorrem, maar dat is een kwestie van de elektronica. Al met al was het geen slecht begin, want we zijn veel te weten gekomen.”