Bendsneyder en Aegerter kunnen uitstekende start niet verzilveren
Een messcherpe start en een uitstekende eerste ronde konden niet voorkomen dat Bo Bendsneyder en Dominique Aegerter zonder punten eindigden in de Moto2-race van de GP van Tsjechië. Bendsneyder finishte als 18de, Aegerter als 21ste. Dat was niet de uitslag waarop NTS RW Racing GP had gehoopt, maar de race maakte wel een aantal zaken duidelijk waar het team mee aan de slag kan.
De eerste ronde was vaak de achilleshiel van Bo Bendsneyder, maar in Brno stootte hij van de zeventiende plaats op de grid door naar de twaalfde plaats in de eerste ronde. Die positie kon hij helaas niet vasthouden en na een paar goede ronden viel de Nederlander langzaam maar zeker terug. In een groepje van vier, met Tom Luthi, Marcos Ramirez en tijdelijk teamgenoot Dominique Aegerter, probeerde Bendsneyder het zo lang mogelijk vol te houden.
Ook Aegerter kwam prima weg van de 22ste plaats van de grid en vocht rondenlang een verbeten duel uit met zijn landgenoot Luthi. Die wist uiteindelijk zowel Aegerter als Bendsneyder te verschalken. Door een klein foutje in de slotfase moest Aegerter op de valreep de twintigste plaats nog prijsgeven aan Edgar Pons.
Bo Bendsneyder: “De eerste ronde was heel goed. Het was een zwak punt van me, waar ik hard aan heb gewerkt. Het ging niet altijd goed, maar nu was het super. We wisten dat ik met nieuwe banden twee, drie ronden een heel goed gevoel heb en daar heb ik zoveel mogelijk van geprobeerd te profiteren. Ik zat er goed bij en had echt het gevoel dat ik mee kon. Maar na drie rondes was de grip weg en kon ik niks meer. Gelukkig kon ik het tempo nog wel redelijk constant houden, maar na zo’n goede start is de uitkomst wel een teleurstelling. Ik blijf hard werken aan mezelf, maar het is nu ook wel duidelijk dat de motor ook beter moet om het een hele race-afstand vol te kunnen houden. Het komt deels door de nieuwe voorband, maar daar moeten we als team wel echt keihard aan werken.”
Dominique Aegerter: “Mijn doel was om voor punten te vechten en zo dicht mogelijk bij mijn teamgenoot te blijven. Na de warming-up had ik een heel goed gevoel. De start was niet slecht en in de eerste tien ronden kon ik het gevecht met de groep aangaan. Daarna werd het moeilijker om het tempo vast te houden. Het is jammer dat ik niet het volledige potentieel kon laten zien, want de motor en het team zijn gewoon goed. Het was een goede ervaring en hoewel ik Jesko Raffin een spoedig herstel wens, zou het leuk zijn om nog wat meer op de NTS te rijden. Ik verwacht daar snel meer duidelijkheid over.”